1 / 5
1. Ik kan gemakkelijk merken wanneer iemand wil deelnemen aan een gesprek.
2. Ik vind het echt leuk om voor anderen te zorgen.
3. Ik weet vaak niet wat ik moet doen in situaties waarin ik met mensen moet omgaan.
4. Mensen zeggen vaak dat ik te assertief ben tijdens discussies.
5. Ik maak me niet al te veel zorgen als ik de afgesproken tijd niet haal wanneer ik afspreek met vrienden.
6. Ik vind vriendschappen en relaties zo moeilijk dat ik probeer me er geen zorgen over te maken.
7. Ik heb vaak moeite om te beoordelen of gedrag onbeleefd of beleefd is.
8. Wanneer ik een gesprek voer, concentreer ik me vaker op mijn eigen gedachten dan op wat de ander denkt.